donderdag 7 december 2017

vraag het eens aan een cameraman

Vroeger vingen we een sporter op aan de finish of langs de rand van het veld. Hij of zij kon amper op adem komen alvorens een hijgerige verslaggever de eerste vragen op hem of haar afvuurde. “Wat ging er door je heen?” Ondertussen stonden cameramensen en fotografen zich te verdringen voor het beste plaatje van een atleet die geen licht en lucht meer kreeg door al dat duwen en trekken.
Tegenwoordig wordt de winnaar zo snel mogelijk afgevoerd naar een wandje met sponsornamen. Het interview kan pas beginnen als alle logo’s in beeld zijn. Je zou bijna denken dat dit een hele verbetering is voor de sporter die langer kan bijkomen, voor de cameraman die niet hoeft te vechten voor zijn plaatje en voor de afdeling marketing die op deze manier geld voor het evenement binnen harkt. Helaas. Voor het idee valt iets te zeggen, maar de uitvoering laat vaak te wensen over. Vooral, omdat snelle marketing- en communicatiejongens nooit advies vragen aan een cameraman.
De winnaar van een marathon wordt in de felle zon voor een witte backdrop geplaatst. Als de cameraman het gezicht van de Keniaan goed belicht, zijn de sponsornamen overbelicht. Wanneer de reclame goed te lezen is, blijft van de hardloper slechts een zwart silhouet over. De wielrenner mag na de laatste beklimming van de Cauberg plaats nemen op de stoel van Sinterklaas, waarvan de grote rode rugleuning alle Amstel-logo’s afdekt. De Formule1-coureur moet van de marketingafdeling (of van zijn kapper) altijd een petje opzetten met daarop de naam van de hoofdsponsor. Hierdoor verdwijnen de ogen van de rijder in veel gevallen in de schaduw of maakt de cameraman zo’n close shot dat alle reclame weg valt. Bij het voetbal zijn ze inmiddels zo ver doorgeslagen dat de marketeers het bijna hinderlijk vinden als er spelers of trainers voor de reclameborden staan. Daar zal binnenkort het verzoek volgen of de scherpte niet op de logo’s mag, in plaats van op de ogen van de sporters.
Ik geef toe dat ik een beetje cynisch ben. Dat komt omdat het zo vaak mis gaat. En niet alleen in de sport, ook bij allerlei andere geplande interviews, presentaties of persconferenties. Niet elke organisator kan in beelden denken en niet iedere voorlichter heeft verstand van fotografie of licht. Een schitterend voorbeeld vind ik de persconferentie van de Amerikaanse president Barak Obama in het Rijksmuseum, een paar jaar geleden. De organisatie had bedacht dat de Nachtwacht een unieke achtergrond vormde en Obama noemde het zelfs de meest bijzondere backdrop die hij ooit had tijdens een speech. Alleen hadden ze hem op een meter afstand van het gigantische schilderij gezet, waardoor in het medium shot van de president niet veel meer te zien was dan een bruin vlak. Ze hadden er veel verder vanaf moeten gaan staan.
Cameramensen zoals ik weten het altijd beter, maar dat is wijsheid achteraf. Lekker makkelijk. Als wij vaststellen dat een situatie niet ideaal is, is het doorgaans te laat. Soms kunnen we nog een beetje schuiven of rommelen, maar het is niet meer mogelijk om de situatie helemaal aan te passen en het volgend jaar is iedereen vergeten wat we geadviseerd hadden. Soms is dat behoorlijk frustrerend voor cameramensen die hun werk zo graag goed doen en elk shot iets extra’s willen meegeven.
Het zou helpen als er veel vaker in een vroeg stadium aan een cameraman of fotograaf om advies wordt gevraagd. Het gaat om net even een andere kijk op de zaak. In de meeste gevallen zijn er simpele en goedkope oplossingen: een betere plek, iets naar voren of naar achteren, een klein tegenlichtje, een andere stoel, geen witte of pikzwarte achtergrond, grotere of juist kleinere logo’s, dag óf kunstlicht, geen spierwitte kleding of jurken met kleine ruitjes en let even op de stand van de zon.
Mijn advies aan álle organisatoren, pr- en communicatiemedewerkers: Spreek eens wat vaker af met een cameraman. Zij zijn ook in te huren zonder camera.

Deze column schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét mediavakblad van Nederland. Elke maand mag ik een stuk schrijven voor dit prachtige tijdschrift in de reeks ‘Point of view’. Dit betoog staat in BM 370, de uitgave van december 2017. Een abonnement op BM kan ik iedereen aanraden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.